Caraïbische schrijvers zijn in het verleden op verschillende manieren onzichtbaar gemaakt. Ze zijn doodgezwegen, gecensureerd, of op aparte 'Suriname-', 'Antillen-' of 'Zuid-Amerika'-plankjes gezet. Hoogste tijd om daar wat aan te doen, want er is zoveel moois, belangrijks en prikkelends om te (her)ontdekken en te koesteren.
In samenwerking met Werkgroep Caraïbische Letteren brengt Das Mag een belangwekkende bloemlezing uit. Twintig vooraanstaande schrijvers van nu breken een lans voor een Caraïbische auteur van toen die hen persoonlijk heeft geïnspireerd: van Bernardo Ashetu tot Bea Vianen.
Een collectie vurige essays over en prikkelende fragmenten uit het werk van twintig schrijvers die je nooit meer zult vergeten.
Met bijdragen van: Roberta Petzoldt, Ken Mangroelal, Astrid H. Roemer, Daphne Huisden, Gershwin Bonevacia, Tommy Wieringa, Antoine de Kom, Eric de Brabander, Ruth San A Jong, Tessa Leuwsha, Alfred Schaffer, Chris Polanen, Michael Tedja, J.Z. Herrenberg, Rihana Jamaludin, Marian Markelo, Milouska Meulens, Dean Bowen, Karin Amatmoekrim, Shantie Singh en Sanneke van Hassel.
Julien Ignacio (1969) publiceerde theaterteksten, korte verhalen en de debuutroman Kus (2018), die voor de Bronzen Uil werd genomineerd. Zijn tweede roman Goudjakhals verschijnt begin 2023 bij Van Oorschot.
Raoul de Jong (1984) is schrijver. Zijn boek Jaguarman (2020) werd genomineerd voor de Libris Literatuur Prijs, de European Union Prize for Literature, de Boekenbon Literatuurprijs en de Boon.
Michiel van Kempen (1957) is hoogleraar Nederlands-Caraïbische Letteren aan de Universiteit van Amsterdam.