Het grensgeschil tussen Suriname en Guyana heeft zijn wortels in de koloniale tijd. De voormalige moederlanden Nederland en Groot-Brittannië hadden, zo bleek, conflicterende visies over de grens tussen hun koloniën. Het daardoor ontstane betwiste gebied werd bij de onafhankelijkheid in bedekte termen overgeheveld naar de beide nieuwe staten. Guyana publiceerde in 1968 een witboek over deze aangelegenheid en in 1969 volgde de militaire bezetting van het gebied.
Dit boek behandelt de ontstaansgeschiedenis van het grensgeschil op basis van historische documenten en schetst daarnaast het politieke beleid van Nederland met betrekking tot dit geschil, met aandacht voor relevante volkenrechtelijke aspecten en tot nu toe onderbelichte facetten. De auteur hoopt met dit boek een bijdrage te leveren aan een evenwichtige oordeelsvorming over deze kwestie met als uiteindelijk doel: de oplossing van het Surinaams-Guyanese grensgeschil.
Auteur
Evert Gonesh – eerder bekend als Evert Azimullah – (1938) studeerde politicologie aan de Universiteit van Amsterdam (1971). Hij was in Suriname verbonden aan het Bureau Buitenlandse Betrekkingen en vervolgens werkzaam als docent volkenrecht en hoofd van het Instituut voor Internationaal Recht en Internationale Betrekkingen van de Anton de Kom Universiteit van Suriname. Bij het ontstaan van het soevereine Suriname in 1975 was hij voorzitter van de Vlag- en Wapencommissie. Hij sloot zijn carrière af als ambassadeur van Suriname in Nederland en deken van het corps diplomatique.