Doofheid en slechthorendheid in Suriname - Jan Veltkamp - 9789081946711

Het is niet bekend hoeveel mensen in ons land doof of slechthorend zijn. Het zijn er in ieder geval duizenden. In 1946 is men in Suriname begonnen  met het onderwijs aan dove  kinderen. Dat  gebeurde  op  initiatief  van bisschop Van Roosmalen  van de  Rooms-  katholieke  Kerk  in ons land. De  Zusters Franciscanessen van Oudenbosch (Nederland) zijn met het onderwijs voor doven  gestart.  Later  werd het  overgenomen door de Zustêrs  van  Liefde en de Fraters  van Tilburg. Het  instituut  werd het  Doofstommen-instituut Sint-Theresia genoemd. Sinds 1965 heet  het instituut Kennedystichting. Er zijn een school en een internaat. In de piekperiode, omstreeks 1985, waren er 224 leerlingen. Nu  bedraagt het aantal leerlingen  ruim  vijftig, waarvan er ruim  dertig in het internaat, naast de school, wonen. Sinds 1990 bestaat het personeel volledig uit niet-religieuze, Surinaamse beroepskrachten.

In veel gevallen wordt  slechthorendheid of doofheid veroorzaakt door  een ziekte. Vooral de ziekte rubella  (rode  hond) tijdens de eerste  maanden van een zwangerschap heeft in veel gevallen tot doofheid bij baby's geleid. Ook zijn er kinderen en volwassenen  die doof  zijn  omdat  hun vader of moeder of  beiden  doof  zijn. Kunnen gehoorproblemen worden verholpen?  Wat  is een audiologisch centrum? Wat houdt  de Surinaamse Gebaren Taal in? Is er een vereniging  van doven? Wat  doen  zij? Wat  voor  werk doen  doven  die van school af zijn? Over al deze onderwerpen kun je lezen in dit boekje  van Suriname Informatie.